Misleiding

Ik heb het grootste deel van mijn leven mezelf voor de gek gehouden. Het mag misschien een beetje raar klinken, maar dat is toch werkelijk wat er aan de hand was. Ik hield mezelf voor de gek, ik heb mezelf een wereld geschapen, over mijn jeugd, waarmee ik kon leven. Een bedachte wereld die er beter aan toe was dan de realiteit die ik in mijn jonge jaren bij mij thuis heb mogen ervaren, samen met mijn twee jongere broers. Helaas, het is niet zo’n gezellig verhaal, in geen geval het verhaal dat ik had willen schrijven, want je wilt toch eigenlijk een herinnering hebben aan je ouders, waarbij er harmonie en betrokkenheid heerst, waarbij de ouders met aandacht en liefde hun kinderen bejegenen en zo een vruchtbaar klimaat creëren voor een gelukkige jeugd.

Eigenlijk heb ik dat altijd gedacht, dat ik best wel een gelukkige jeugd heb gehad. Dat we het goed hadden thuis. Dat er altijd te eten was, dat we het goed hadden op onze boerderij met koeien, varkens en kippen. Dat we braaf naar de kerk gingen, zoals het hoorde. Dat ik op mijn 7e bij mijn Eerste Heilige Communie een horloge kreeg en op mijn twaalfde kreeg ik een nieuwe fiets. Deze mocht ik zelf uitzoeken bij fietsenhandel Schasfoort in het dorp en mijn vader betaalde. Dat we op een zondag op de fiets, samen met neefjes en nichtjes, naar het sprookjespark gingen in Hellendoorn. In mijn herinneringen was mijn vader de held die de hele wereld aan kon. Hij was in mijn herinnering zacht en zorgzaam. Hij gaf mij een gevoel van veiligheid en geborgenheid. Met mijn vader was niks mis. Mijn moeder daarentegen was in mijn herinnering een labiele vrouw, die probeerde om haar stempel op het gezin te drukken, maar daar opzichtig in faalde. Ik had mijn vader hoog op de troon gezet, om op deze manier te kunnen leven met wat er werkelijk aan de hand was. Het klinkt als een goed en positief verhaal, een verhaal dat de wrede werkelijkheid van mijn jeugd vele jaren verhuld heeft, maar het heeft me ook weggehouden bij wie ik zelf ten diepste ben.

Alleen, het werkelijke verhaal zit dus verstopt achter een façade, een façade van mooie dingen en gebeurtenissen waar ik nog steeds een heldere herinnering aan heb. Daarnaast zijn er nog wat vage indrukken over hoe ik een pak slaag kreeg van mijn vader op mijn vijfde, hoe mijn vader mij een keer achterna zat om mij wat tikken voor mijn broek te geven, omdat ik wat onbehoorlijks had gezegd, maar dat hij mij niet meer te pakken kon krijgen. En dat mijn moeder mij als 4-jarige een keer opgesloten heeft in het kippenhok met allemaal kakelende en fladderende kippen om mij heen, maar verder had ik weinig jeugdherinneringen. En dat is al met al een opmerkelijk gegeven.

Toch heb ik toch nog één bijzondere herinnering aan mijn kleutertijd op de bewaarschool bij zuster Livine, dat een vreemd licht werpt op al mijn andere herinneringen. In de gymzaal zitten we op de banken. De gordijnen zijn dichtgetrokken, het is helemaal donker en we kijken middels ‘Lichtbeelden’ van de toverlantaarn naar het sprookje van Klein Duimpje en de reus. Ik ga helemaal op in het verhaal, vergeet de wereld om mij heen. Het verhaal dat de vader en moeder van Klein Duimpje ’s avonds met elkaar aan tafel zitten en met elkaar overleggen hoe ze hun kinderen kunnen dumpen. Alleen al dat stuk irriteerde mij bovenmatig, maar als Klein Duimpje alle hindernissen weet te overwinnen en zelfs weet te ontsnappen aan de grote reus, identificeer ik mij helemaal met Klein Duimpje. Klein Duimpje is mijn held. Na afloop stap ik parmantig naar buiten, helemaal in de geest van Klein Duimpje: ik kan de hele wereld aan. Dat voelt zo goed en zo krachtig. Ik leef er helemaal van op en heb het gevoel dat ik leef, dat ik er mag zijn. Als ik mijzelf zo identificeer met Klein Duimpje, dan betekent dat ook ik zelf, al of niet bewust, te kampen heb met uitdagingen, uitdagingen in mijn leven die mijn vader en moeder betreffen en die een behoorlijke impact hebben op mijn dan nog jonge bestaan. Maar Klein Duimpje vormt voor mij een voorbeeldfiguur die mij laat zien dat er altijd een uitweg is, ook al lijkt de situatie uitzichtloos en hopeloos en is elke oplossing verre van nabij.

Alleen, hoe komt het dan dat ik mijn leven maar niet op de rit kreeg en voortdurend kampte met gevoelens van minderwaardigheid en incompetentie. Ik wist niet wat er mis was met mij. Ik snapte niet, waarom ik bang was voor bijna alles. Ik was bang om iets fout te doen, bang om alles fout te doen, bang om door de mand te vallen, omdat ik het niet kon. Ik was als volwassen man zelfs bang om met een boodschappentas van de Jumbo boodschappen te doen bij de Albert Heijn. Bang was ik om door de bedrijfsleider boos te worden aangesproken, bang om met de verkeerde tas in de supermarkt te zijn.

En dan is daar op 28 juli 2024 een uitzending van Zomergasten. Jelle Brandt Corstius is de presentator en hij heeft Sana Valiulina als gast. Sana is van oorsprong een Estse met Tartaarse voorouders. Ze komt uit Rusland en haar ouders hebben heftige dingen meegemaakt in WO-II en in de Stalin-tijd. Haar moeder is Leningrad ontvlucht en haar vader heeft 10 jaar in een Goelag-kamp gezeten. Ze heeft nog steeds een sterke band met Rusland, maar de oorlog in Oekraïne zit haar dwars . Sana laat een fragment zien uit de Russische documentaire ‘Pentagon’ uit 2022. Het is voor mij het meest intrigerende fragment van de hele uitzending. Ze geeft een kijkje in het leven van gewone mensen in een bouwvallig, vergeten flatgebouw in een verre Russische regio, waar de enige kans op meer welvaart bestaat uit het je laten inhuren als soldaat voor de oorlog in Oekraïne. De vader in het fragment ziet er onverzorgd uit met een verbandje op zijn gezicht. Het hele huis oogt onverzorgd, is een grote chaos. Daarnaast zijn er nog drie jongens in het huis. De oudste van ongeveer 14 jaar houdt zich groot en zegt dat hij eervol wil sterven voor Rusland als dat van hem gevraagd wordt, maar alles aan hem ademt angst, een angst die ik herken. De twee jongere broertjes zitten elkaar in de haren, treiteren elkaar. De vader heeft het over de oorlog in Oekraïne, een oorlog die niet nodig is. Hij komt geld tekort om voor zijn kinderen te zorgen en er is de voortdurende angst dat hij zal worden opgeroepen voor de ‘Speciale Militaire Operatie’ in Oekraïne. De vader is niet stabiel, hij oogt als een tikkende tijdbom, een tijdbom die elk moment kan ontploffen.

Die nacht slaap ik slecht, erg slecht.